Lussac-Saint-Emilion

De wijngaard van Lussac-Saint-Émilion wordt sinds 14 november 1936 beschermd door een Appellatie Contrôlée (AOC). Alleen wijnen die zijn geoogst op het grondgebied van de gemeente Lussac hebben recht op de AOC Lussac-Saint-Émilion. De wijngaard van Lussac-Saint-Emilion strekt zich uit over een oppervlakte van meer dan 1.440 hectare ten noorden van de heuvel van Saint-Emilion, met een jaarlijkse productie van bijna 70.000 hectoliter.

Het terroir van Lussac-Saint-Emilion profiteert van een microklimaat dat gunstig is voor de wijnbouw, met een gematigde neerslag en warme temperaturen in de zomer. De wijngaarden liggen op voornamelijk klei-kalkbodems. In Lussac strekken de wijngaarden zich uit van valleien tot plateaus en vormen zo een amfitheater op het zuiden. Deze ligging bevordert een natuurlijke afwatering.

De samenstelling van de Lussac-Saint-Emilion-wijn wordt gedomineerd door Merlot in combinatie met Cabernet Franc. De wijnen van Lussac-Saint-Emilion hebben intense, smakelijke aroma's, met tonen van rood fruit (aardbei, framboos, kers), ondersteund door accenten van zoethout, leer, pruimen en kruiden. Naarmate ze ouder worden, ontwikkelen ze tertiaire aroma's, met name van wild. In de mond zijn ze elegant en krachtig, fluweelzacht en genereus, met kracht en complexiteit, zoals de Lussac-Saint-Émilion van Château Bellevue.

Lussac-Saint-Emilion, ook wel bekend als de "satelliet van Saint Emilion", vertelt met zijn geografische ligging zijn eigen verhaal. De kunst van de producenten van Lussac-Saint-Emilion ligt in de vakkundige combinatie van traditie en innovatie, die de wijngaarden van Saint Emilion hun wereldwijde bekendheid hebben bezorgd.

De Libournais is al sinds mensenheugenis bewoond. Bordeaux en omgeving, gelegen op de handelsroutes tussen Bretagne en Languedoc, werden veroverd door de Romeinen onder leiding van hun luitenant Publius Crassus. De eerste wijnstokken van Lussac-Saint-Emilion werden door de Gallo-Romeinse Luccius rond zijn villa Luccianus aangeplant. Aan deze persoon dankt Lussac zijn naam.

Nadat Lussac volledig was verwoest door de invasies van de barbaren, herrees het uit zijn as door de komst van cisterciënzer monniken in de 12e eeuw. De wijngaarden bloeiden op rond de villa Luccianus en in de 17e eeuw werd het een zeer populaire gemeente.

Deze kleine gemeente van 1450 hectare wordt doorkruist door 11 km aan waterlopen. 

De vorming van de ondergrond door de eeuwen heen heeft Lussac zijn diversiteit gegeven: uit het noordoosten komt het zand en grind uit de Périgord; uit het oosten komen zand-kleiachtige formaties die de hellingen en de voet van de hellingen bedekken; uit het zuiden komt de asteriakalksteen die het Libournais bedekt met een enorm kalksteenplateau.

Deze bodems vragen natuurlijk om deze verschillende druivensoorten. Merlot, Cabernet Franc en Cabernet Sauvignon vormen het grootste deel van de druivensoorten die zijn opgenomen in het lastenboek van Bordeaux Lussac-Saint-Emilion, aangevuld met Malbec en, in veel mindere mate, Carmenère.

Merlot gedijt bijzonder goed op frisse, klei-kalkrijke bodems. Deze druif geeft Lussac-Saint-Emilion zijn houtachtige, kruidige en rode fruittonen. Merlot vertegenwoordigt tot 80% van de druivensoorten die worden gebruikt voor de samenstelling van Lussac-Saint-Emilion.

De Cabernet Franc, geteeld op klei-zandgrond, zorgt voor tannines en aroma's van framboos of viooltjes, wat resulteert in een goed uitgebalanceerde wijn.

Cabernet Sauvignon houdt van zand-grindbodems. Als basis voor de grands crus geeft hij de Bordeaux Lussac-Saint-Emilion zijn krachtige karakter en tonen van zwart fruit.

Volgens de Jaargang wordt Lussac-Saint-Emilion 14 tot 18 maanden gerijpt. Na 3 of 4 jaar rijping is hij perfect om te drinken. De Lussac-Saint-Emilion-wijnen uit de noordelijke plateaus worden echter jong gedronken.

In dit stadium van rijpheid past hij goed bij voorgerechten: tapas, reeënterrine, eenden- of hazenterrine; en bij vleesgerechten: runderribstuk.

Interessant vanwege hun bewaarpotentieel, dat varieert van 5 tot 10 jaar, afhankelijk van het oogstjaar en de wijngaard.

Te combineren met geroosterd vlees: geroosterde eend, bavette, lamskoteletten; een bord met vleeswaren, gerookte eendenborst.

Hoewel 1929, 1982 en 2005 worden beschouwd als de beste wijnjaren van de eeuw, overtreffen 1945, 1961 en 1990 alle andere jaren qua kwaliteit en worden ze beschouwd als de beste wijnjaren van het millennium.